Waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen

Algemeen

De programmaverantwoording is opgesteld met inachtneming van de waarderingsgrondslagen voor de balans en de resultaatbepaling zoals vastgelegd in het Besluit begroting en verantwoording (BBV). Alle lasten zijn exclusief het betaalde BTW-deel, verantwoord.

Balans

Algemeen
De activa en passiva worden, tenzij anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde.

De jaarlijkse afschrijvingen worden bepaald volgens de lineaire methode of volgens het annuïteitenprincipe.

Investering

Afschrijvingstermijn (in jaren)

Sluizen

100

Bruggen en viaducten

90

Provinciale gebouwen

50

Meubilair

10

(Voorzieningen bij) waterwegen

30

(Aanleg van) wegen

20

Rotondes en verkeersdrempels e.d.

10

Immateriële activa

maximaal 5

Transportmiddelen e.d.

5

Hardware (automatisering)

4*

Software (automatisering)

4

Bijdrage aan activa in eigendom van derden

15**

* Met ingang van de 1e Financiële actualisatie 2013 is de afschrijvingstermijn van hardware (telefonie) aangepast van vier naar twee jaar, omdat in de praktijk blijkt dat de huidige telefoons niet meer een economische levensduur van vier jaar hebben.
* *Bijdragen aan activa in eigendom van derden m.b.t. investeringen Verkeer- en Vervoer worden vanaf 2012 weer in 10 jaar afgeschreven, ditzelfde geldt voor bijdragen aan activa in eigendom van derden m.b.t. Relatienotagebieden.

Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden gewaardeerd op historische kosten onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte economische levensduur.

Financiële vaste activa
De deelnemingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde of lagere verkrijgingsprijs.
Aandelen waarvan de intrinsieke waarde lager is dan de nominale waarde of verkrijgingsprijs, worden tegen lagere marktwaarde opgenomen. De in het volgende dienstjaar te ontvangen aflossingsbedragen op de verstrekte langlopende leningen worden niet naar de vlottende activa overgebracht. Onder de Financiële vaste activa worden ook opgenomen alle bijdragen in investeringen van derden. De onder deze noemer geactiveerde uitgaven worden gewaardeerd op historische kosten onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen.
De jaarlijkse afschrijvingen worden bepaald volgens de lineaire methode of volgens het annuïteitenprincipe.

Vorderingen
Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor mogelijke oninbaarheid.

Opgenomen geldleningen
De in het volgende dienstjaar te betalen aflossingsbedragen worden niet naar de vlottende passiva overgebracht.

Gewaarborgde geldleningen
De gewaarborgde geldleningen zijn "binnenlijns" vermeld in de balans, tegen het nominale bedrag van de resterende borgstelling.